Djago

De huis- tuin- en keuken woerd joeg haar door de tuin. Eerst over de volle lengte richting de grote poort en daarna weer terug tot aan onze Indische veranda. Vervolgens in en uit de vijver, onder de tuinbank door, door de kruidentuin en de rozentuin, en kreeg haar te pakken toen ze even uit moest hijgen en daarvoor, hoe dom kan je zijn als opgejaagd wild, het gazon had uitgekozen.

Hij gaf haar geen kans om op adem te komen. Beet zich vast in haar nek, drukte haar met de snavel tegen het gras en bracht haar daarmee in de juiste positie; althans daar leek het op. Opgewonden probeerde hij bij haar binnen te dringen, maar ze wist op miraculeuze wijze haar achterlijf van hem weg te draaien, er daarmee voor zorgend dat hij jammerlijk miste. Hij probeerde het nog een keer, maar weer wist ze weg te draaien. Gefrustreerd verstevigde hij zijn greep, duwde haar nog harder tegen de grond en probeerde haar tegen haar wil in te bevruchten. Tegen haar wil! Hoe noemen we dat ook alweer in de mensenwereld? Het leek wel alsof ik een glimlach rond de snavel en opluchting in de ogen zag van zijn toekijkende wijfje, die nu even niet het lijdend voorwerp was van zijn voorjaarsdriften en blij leek dat hij zijn interesse had verlegd naar de vreemde eend die argeloos de tuin in was gewaggeld.

Hij heeft zijn zaadje niet kunnen planten. De exotische woerd van de eend – ik weet dat het haar kerel is, want ze komen elk voorjaar bij ons foerageren en al jaren geleden zag ik dat hij anders was dan de anderen – moet vanuit de lucht gezien hebben dat zijn liefje in nood was en schoot haar te hulp, zich het laatste gedeelte van de vlucht als een havik op de aanrander stortend. De huis- tuin- en keuken woerd maakte geen schijn van kans. De exotische woerd is minstens een kop groter en zeker vierhonderd tot vijfhonderd gram zwaarder. Daarnaast ziet hij er veel cooler uit met zijn afwijkende kleuren en groene snavel, die trouwens ook langer is dan die van zijn opponent. Na wat tikken met de snavel te hebben uitgedeeld en ik meen zelfs een soort karatetrap te hebben gezien, joeg de exotische woerd zijn tegenstander de tuin uit en maakte, als een echte heer, het wijfje van de huis- tuin- en keuken woerd met wat gesnater duidelijk dat het beter was dat ook zij haar biezen pakte, omdat ze anders, hijzelf sloeg uit principe geen vrouwen, slaande ruzie zou krijgen met zijn geliefde, die net als hij overtuigd monogaam is en, op het nippertje de dans ontsprongen, een appeltje te schillen had met de slechts glimlachend toekijkende bitch. De bitch liet zich overtuigen en koos eieren voor haar geld.

Gek genoeg had ik tot voor kort niet uitgezocht tot welke groep eenden deze exotische reus behoort. Hij kwam en hij ging. Wat mij betreft was hij welkom want hij gedroeg zich keurig tegenover de andere gevleugelden in onze tuin en was zo te zien behoorlijk geïntegreerd, gezien zijn partnerkeuze voor de aantrekkelijke huis- tuin- en keuken eend.

Deze keer wilde ik het wel weten. Ik was benieuwd naar zijn roots, want ik had namelijk een strijder aan het werk gezien; een ‘djago’, zoals wij Indische Nederlanders zeggen. Hitty en ik zochten dus wat rond op Google en ik moet zeggen dat ik maar wat trots was toen we erachter kwamen dat de “djago” een Indische loopeend bleek te zijn.

© Ron Krancher 2017