Ron Krancher

Geef mij maar Karin!

“Op de volgende rotonde neem afslag drie.” “Neem nu afslag drie” O, wat ben ik blij met Karin. Karin vertelt me precies hoe ik moet rijden. Tot op de meter weet ze me naar m’n doel te leiden en zegt dan met zwoele stem dat ik op m’n bestemming ben aangekomen. De meeste mensen die ik ken zeggen dat ze een TomTom hebben, ook al is het technisch, tactisch en juridisch gezien niet eens een TomTom. Ze zijn blij met hun TomTom en zweren op z’n stratenkennis en betrouwbaarheid. Ik vind dat geen kunst. TomTom is duidelijk geen ‘meissie’ en...

Continue reading...

Ik droomde dat ik ging fietsen

“Hitty, ik droomde dat ik ging fietsen.” Hierna keek ze naar mij en zei “Echt waar, Ron. Ik droomde dat ik ging fietsen.” Ze keek ons met een ernstig gezicht aan. “Waar was dat tante? Was dat in Indië?” vroeg ik haar. “Nee, hier in Amsterdam,” zei ze. “We gingen naar de kerk.” Tante Yola vertelde dat ze anders altijd achterop moest zitten. Op de bagagedrager. Maar nu, in haar droom, mocht ze zelf fietsen. Dat had ze nog nooit gedaan. Ook niet in Indië. “Ik heb het wel altijd héél graag gewild,” zei ze, “maar ja, dat kon niet...

Continue reading...

Kwatten

“Pfffft” was het geluid dat je naast je hoorde maken. “Pfffft” en schuin voor je raakte een kwat de grond. Ik vond het altijd een vieze gewoonte van m’n opa, dat op straat spugen. Spugen op straat deed je niet hier in Nederland. Dat hoorde niet. Het werd beschouwd als een heel slechte gewoonte. Mijn opa spuugde wel om de vijftig meter. Ik vond het maar vies. Maar dat was toen. Vroeger, toen ik tien jaar oud was. Ik liep dan naast hem en leerde al aardig het moment inschatten waarop m’n opa z’n kwat weg zou schieten. Ik weet niet...

Continue reading...

De oude violist

Elke dag zagen we ze zitten voor hun huisje op Corfu. De twee oudjes. Aan haar hand werd hij elke dag naar buiten geleid; naar het bankje onder het raam. Daar liet ze hem dan in de schaduw van het huis achter, terwijl ze zelf heel druk in de weer ging met de huishoudelijke beslommeringen. Na een tijdje ging ze even naast hem zitten. Even lekker uitrusten. Gezellig. Om daarna met hernieuwde energie in de weer te gaan met het lappen van de ramen, het vegen van de straat en het wegbrengen van de vuilniszakken. Vrouwen kunnen zich zo verschrikkelijk...

Continue reading...

The Blue Twins

Ze hebben nu bijna een onweerswolkenblauwe kleur. Wat begon als ietwat grijs veranderde binnen vierentwintig uur in onweerswolkenblauw blauw. Zo naast elkaar gezet lijken ze wel een tweeling. Alhoewel er links toch duidelijk ook heldere plekken zijn op dezelfde hoogte als waar rechts, tussen het blauw, juist rodere plekken de nagel verder inkleuren. Hoe dan ook: in het donker lijken ze zelfs licht te geven. Ik heb weer eens getennist en dat ging geweldig. Vier van de zes wedstrijden gewonnen. De vijfenzestig-plussers maakten geen kans. Samen met ‘mon ami’ Marcel, ook al zo’n non-frequente tennisser, deed ik mee aan het Weesper...

Continue reading...