Columns

Ik droomde dat ik ging fietsen

“Hitty, ik droomde dat ik ging fietsen.” Hierna keek ze naar mij en zei “Echt waar, Ron. Ik droomde dat ik ging fietsen.” Ze keek ons met een ernstig gezicht aan. “Waar was dat tante? Was dat in Indië?” vroeg ik haar. “Nee, hier in Amsterdam,” zei ze. “We gingen naar de kerk.” Tante Yola vertelde dat ze anders altijd achterop moest zitten. Op de bagagedrager. Maar nu, in haar droom, mocht ze zelf fietsen. Dat had ze nog nooit gedaan. Ook niet in Indië. “Ik heb het wel altijd héél graag gewild,” zei ze, “maar ja, dat kon niet...

Continue reading...

Kwatten

“Pfffft” was het geluid dat je naast je hoorde maken. “Pfffft” en schuin voor je raakte een kwat de grond. Ik vond het altijd een vieze gewoonte van m’n opa, dat op straat spugen. Spugen op straat deed je niet hier in Nederland. Dat hoorde niet. Het werd beschouwd als een heel slechte gewoonte. Mijn opa spuugde wel om de vijftig meter. Ik vond het maar vies. Maar dat was toen. Vroeger, toen ik tien jaar oud was. Ik liep dan naast hem en leerde al aardig het moment inschatten waarop m’n opa z’n kwat weg zou schieten. Ik weet niet...

Continue reading...

De oude violist

Elke dag zagen we ze zitten voor hun huisje op Corfu. De twee oudjes. Aan haar hand werd hij elke dag naar buiten geleid; naar het bankje onder het raam. Daar liet ze hem dan in de schaduw van het huis achter, terwijl ze zelf heel druk in de weer ging met de huishoudelijke beslommeringen. Na een tijdje ging ze even naast hem zitten. Even lekker uitrusten. Gezellig. Om daarna met hernieuwde energie in de weer te gaan met het lappen van de ramen, het vegen van de straat en het wegbrengen van de vuilniszakken. Vrouwen kunnen zich zo verschrikkelijk...

Continue reading...

The Blue Twins

Ze hebben nu bijna een onweerswolkenblauwe kleur. Wat begon als ietwat grijs veranderde binnen vierentwintig uur in onweerswolkenblauw blauw. Zo naast elkaar gezet lijken ze wel een tweeling. Alhoewel er links toch duidelijk ook heldere plekken zijn op dezelfde hoogte als waar rechts, tussen het blauw, juist rodere plekken de nagel verder inkleuren. Hoe dan ook: in het donker lijken ze zelfs licht te geven. Ik heb weer eens getennist en dat ging geweldig. Vier van de zes wedstrijden gewonnen. De vijfenzestig-plussers maakten geen kans. Samen met ‘mon ami’ Marcel, ook al zo’n non-frequente tennisser, deed ik mee aan het Weesper...

Continue reading...

Cesar (2/2)

(vervolg) Luierend aan het zwembad voelde ik onrust ontstaan bij een deel van de vrouwelijke zonaanbidders. De hoofden draaiden zich naar de ingang van de tuin. Je zag plotseling platte buikjes ontstaan en borsten werden opgestoken. Ook ik keek naar de ingang, want ik wilde wel ‘ns weten welke macht in staat was zo’n directe verandering van het vrouwelijk lichaam te bewerkstelligen. Een boom van een kerel, met halflang krullend haar, was de binnentuin ingelopen. Op z’n rug droeg hij een kleine rugzak en onder z’n arm twee surfplanken. De dames reageerden alsof ze een Griekse god zagen. Wat een onzin! Nader onderzoek leerde...

Continue reading...