Bashkar

Bashkar ving ons op toen we naar onze kamer liepen. Hij was blij met westers gezelschap. Het low budget hotel in Delhi herbergde vooral Indiase handelsreizigers en Bashkar was zo’n handelsreiziger. Hij vertegenwoordigde een ingenieursburo uit Bangalore. Hij nodigde zichzelf uit op onze kamer en bestelde enkele glazen en een fles cola om zijn ‘wodka’ te kunnen mixen. Het was uiteraard goedkope troep. Hij had geluk. We waren nieuwsgierig naar zijn verhalen en accepteerden daarom zijn vrijpostigheid. Wij hadden ook geluk. We raakten niet blind door de goedkope, locaal gedestilleerde en waarschijnlijk met methylalcohol gemengde zogenaamde wodka. En het kon nog erger zijn afgelopen, want regelmatig halen de ‘antivries doden’ het nieuws omdat een of andere idioot een paar snelle roepees wilde verdienen.

Hoe meer hij dronk, hoe vrijpostiger Bashkar werd. Hij wilde alles weten over ons leven in Nederland. Het begon met vragen over hoe de huizen eruit zagen, over het weer en hoe je te kleden bij min tien graden vorst. Gaandeweg, gelijke pas houdend met zijn drank inname, werden zijn vragen intiemer. Wij op onze beurt groeven dieper en dieper in het leven van deze Indiase handelsreiziger. Op een bepaald moment bereikte Bashkar de meest ultieme intimiteit. Hij was dronken genoeg om het lef te hebben om ons te vragen op welke manier wij westerlingen de liefde bedrijven. Ik begreep uit zijn vraag dat ook ik een westerling ben. Hij vertelde dat seks heel belangrijk is voor de Indiase man. “Ja,” dacht ik, “waar niet?” En volgens hem is het meest opwindende wezen de blanke vrouw. Dat heeft volgens Bashkar vooral te maken met hun losse zeden. Volgens hem zie je veel blanke meisjes die zich niets aantrekken van de normen van het land en met mouwloze T-shirts de mannen een vrije kijk gunnen op hun bh.-loze borsten. Dit tot grote vreugde van de Indiase mannen. Om zijn betoog kracht bij te zetten ‘wapperde’ hij met z’n tong. “Zelfs bh.-loze hangtieten worden door ons met applaus begroet,” schaterde Bashkar en rolde van zijn stoel van het lachen.

Heeft hij gelijk? Het klopt dat veel jonge westerse vrouwen bh-loos rondlopen en daarmee de mensen shockeren. Dat ze daarmee het bij de Indiërs levende vooroordeel bevestigen dat ze vrouwen met lossen zeden zijn zal ze, zo lijkt het, worst wezen. Misschien zijn sommigen ook wel zoals ze door de Indiër worden gezien: een gemakkelijke prooi. Er is daarom in het algemeen weinig respect voor westerse vrouwen. Ze worden beschouwd als sexsymbolen en financiële melkkoeien. Te vaak heb ik groepen mannen breed lachend naar een vrouw zien kijken die afkeurend reageerde, wanneer ze door een voorbijganger in de bil was geknepen of bij een borst gepakt. Ook Hitty, altijd keurig gekleed, werd regelmatig het slachtoffer van hun sexuele frustraties. De dader fietste dan langs, deed een greep naar haar borsten en sprintte er vandoor. Of hij liep achter haar, greep haar bij de billen en ging op in de massa. Je hebt op zo’n moment heel veel zin om te meppen. Maar wie moet je meppen? Iedere Indiër met een grijns op z’n gezicht?

Het kan gelukkig ook anders. We hebben ook westerse vrouwen ontmoet die met Indiërs waren getrouwd en die vrouwen werden met respect behandeld. De reden daarvan? Met zijn dronken ogen observeerde Bashkar Hitty toen hij vertelde dat blanke vrouwen voor de Indiërs als sekssymbolen gelden en dat het ‘binnenhalen’ van een blanke vrouw een hartenwens is voor een Indiase man. Het ultieme statussymbool. Hij moest mij wel een enorme bofkont vinden. Toen hij van Hitty geen reactie ontving wilde hij weten welk standje het meest in Nederland werd gebruikt. Toen we hem vertelden dat niet te weten vroeg hij ons doodleuk welk standje wij dan het meest gebruikten. Dat was het moment om “welterusten Bashkar” te zeggen.

Met deze wonderlijke vogel reisden we naar Jaipur. Wij wilden deze boeiende en romantische stad weer eens bezoeken en Bashkar had daar een afspraak bij een bedrijf dat geïnteresseerd leek te zijn in de diensten van zijn bedrijf. Uiteraard zaten we weer eens achterin een gammele bus. We reden ‘s nachts en de rit duurde ruim zeven uren. Binnen het uur begon m’n maag raar te doen en nog geen uur later kotste ik al het lekkers dat ik ‘s avonds had gegeten in de goot langs de weg. De rest van de rit lag ik als oud vuil achter in de bus. Kreunend werkte ik mijn omgeving uit mijn buurt, zodat ik met m’n hoofd op Hitty’s schoot de rest van de rit kon liggen. Men liet zich heel gemakkelijk uit mijn buurt jagen. Was het mijn Europese houding waaruit superioriteit sprak dat hen deed besluiten om hun zitplaats op te geven of was het de angst om door mij te worden ondergekotst? Toen we om halfzes de volgende ochtend in Jaipur aankwamen, checkten we direct in bij het eerste de beste hotelletje. Het lag pal naast de halte van de bus. In blinde haast rende ik naar de plee en liep van alle kanten leeg. Ik had zo’n zelfde leegloop ook een keer meegemaakt in Sri Langka. Tijdens de landing van het vliegtuig begonnen m’n darmen op te spelen. Ik kon het zaakje nog binnenhouden totdat het vliegtuig was geland en ik een wc op de luchthaven kon induiken. Na te zijn leeggelopen trok ik door en zag tot mijn schrik de dunne stront omhoog komen. Het liep al bijna over de rand van de pot. Ik trok vlug de deur achter me dicht, waste m’n handen, gaf de schoonmaker een fikse tip en liep weg. Een laatste blik op de deur van de door mij gebruikte wc bevestigde waar ik al bang voor was. Een dunne bruine, stinkende massa stroomde onder de deur door. De schoonmaker keek me woedend aan. Met een grijns op m’n gezicht liep ik die dag terug naar Hitty.

In Jaipur ging ik voorzichtiger te werk en wist de omgeving van de plee  schoon te houden. Na vijf uur slaap was ik weer zo fris als een hoentje. Mijn maag en darmen waren tot rust gekomen en ik kon er weer tegenaan. Intussen had Hitty een kamer in het ‘Bissau Palace’ geritseld. We wilden altijd al een keer slapen in een oud Indiaas paleis. We werden niet teleurgesteld. Het was schitterend. Er zijn maar weinig dingen meer romantisch. Dit was toch heel wat anders dan krimpend van de pijn in bed te liggen rollen, in een naar chemische strontlucht stinkende kamer. Met Bashkar hadden we een afspraak gemaakt voor de volgende dag. Hij had ons al gewaarschuwd dat hij het hoofdkantoor moest bellen en dat het wel eens onze plannen kon doorkruisen. We hebben die vreemde snuiter niet meer teruggezien.

Ron Krancher

Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Writer/Anthropologist/Sociologist of Non-Western Societies) Weesp 1999