Ik heb nogal eens last van nadenken en soms resulteert dat in ietwat meer diepzinnige beschouwingen dan normaal. Zo zag ik nog niet zo lang geleden een programma over de landing op de maan. Een prachtige reportage waarmee de makers me terugvoerden in de tijd. Terug naar de landing op de maan, waar ik als kind met grote ogen en open mond getuige van mocht zijn. Het is fantastisch om vanuit de huiskamer mee te hebben mogen maken hoe een mens de eerste stappen op de maan zette.
De reportage zette me wel aan het denken. Er kwam een diep gevoel van medelijden bij me op met één van de deelnemers aan die historische reis. Ik denk dat het voor hem het mooiste moment van zijn leven was, maar tegelijkertijd vermoedelijk ook zijn grootste frustratie.
De derde
Hij berekende nogmaals de baan en herhaalde voor de zoveelste keer de gehele procedure. In gedachten voerde hij elke beweging met de joystick nogmaals uit. Heel zorgvuldig, want er hingen levens vanaf.
“Ze hebben maar één motor”, bedacht hij zich bezorgd terwijl hij uit het kleine raampje staarde. “Als het ding niet werkt is het met hen gedaan”.
Hij zag hen in gedachten al wegzweven en opgeslokt worden in de duisternis van het heelal. Ongerust draaide hij zich naar de computer en liet een extra berekening uitvoeren. Voor de zoveelste keer. Op datzelfde scherm had hij de beelden gezien van het opstuivende stof. In zwart-wit. Dezelfde beelden die miljoenen mensen straks ook gaan zien en waarbij ze zich misschien zullen afvragen of datgene waar ze naar kijken wel echt is gebeurd. Hij had het stof zien opstuiven onder Armstrongs voeten toen die de eerste stap op de maan zette en hij had toegekeken hoe daarna Aldrin na een sprong van de laatste trede van de ladder naast Armstrong was neerkomen en met frivole sprongetjes van hem vandaan huppelde.
“Zag er niet echt macho uit, Buzz,” mompelde hij terwijl hij het checken van de terugkeerprocedure vervolgde en met groeiende afgunst naar zijn als paashazen rondhuppeldende collega’s keek.
De motor van de maanlander startte gelukkig en het vertrek verliep daarna gladjes. Het deed veel stof opdwarrelen en hij zag in de wolk van stof de Amerikaanse vlag wegwaaien; weggeblazen door de op volle kracht werkende motor van de ‘Eagle’. Ook de koppeling tussen de maanlander en de capsule verliep dankzij hem zonder problemen en niet veel later kon hij zijn makkers feliciteren met hun wandeling op de maan. Een felicitatie die vergezeld ging van een behoorlijke portie afgunst.
“Michael Collins!” riep hij gefrustreerd uit en zag hoe zijn makkers opschrokken en hem na die uitroep verbaasd aankeken. Zij konden niet weten wat er in hem omging. Zij konden niet weten dat hij zich realiseerde dat, eenmaal terug op aarde, de meeste mensen zich moeiteloos Neil Armstrong en ‘Buzz’ Aldrin zullen herinneren omdat die nu eenmaal de eerste stappen op de maan hebben gezet, maar dat diezelfde mensen zich ook iedere keer weer de vraag zullen stellen: “Wie was toch die derde?”