Klik……klik.
Ze volgden ongeveer een halve seconde na elkaar. De dubbele klik.
“Ah, we zijn er al Yool,” zei oma, elke keer als ze in de verte de contouren van de kolenkit zag. En terwijl ze dat zei, hoorde je de twee dames achterin de auto rommelen en schuifelen, gevolgd door de dubbele klik; het geluid van autogordels die werden ontgrendeld.
Hitty en ik haalden oma en tante Yola graag op en brachten ze ‘s avonds weer naar huis. Ze kwamen dan bij mijn ouders op bezoek. Meestal in het weekend. En natuurlijk als er iemand jarig was. Sinds opa’s dood waren de twee een nog grotere tweeéénheid geworden dan ze al waren. Ze woonden nog tot lang na opa’s dood in het huis in de Schaapherderstraat, dat ik zo goed kende uit m’n jeugd. Ik ben er geboren en kwam er tot m’n twaalfde jaar, elk weekend.
Het heette toen anders. Het heette geen Kolenkitbuurt. Het heette gewoon Amsterdam Nieuw-West. Het was niet landelijk bekend, maar gewoon een leuke buurt om te spelen. Zelf woonden we op een etage in de Korte Marnixstraat. Uit het raam kijkend keken we op de Brouwersgracht. Je kon er wel spelen, maar niet zo vrij en onbevangen als bij opa en oma thuis. Bij opa en oma kon je de deur uitrennen en op de brede stoep achter elkaar aanjagen. Op de Korte Marnixstraat liet je dat met al het verkeer wel uit je hoofd.
Elke keer als ik oma en tante Yola naar huis terug reed en achter me de dubbele klik hoorde, wist ik dat ze weer ergens achter in de auto een briefje van vijfentwintig gulden probeerden te verstoppen. En elke keer was het weer een strijd om dat briefje bij de oorspronkelijke eigenaar terug te krijgen. Heel soms liet ik de dames winnen. Dan belde ik ze na thuiskomst op en sprak ze bestraffend toe. Hierna bedankte ik ze en beloofde er iets leuks van te kopen. Een leuk spel, in een leuke tijd.
Tegenwoordig is die eens zo leuke buurt totaal verloederd en verkankerd. De ‘Kolenkitbuurt’ staat nu nummer één op de landelijke lijst van ‘slechtst bewoonbare buurten van Nederland’. De oudere Amsterdammers hebben het nu dan ook over de ‘Kolerekitbuurt’. Het was ook één van de redenen waarom oma en tante Yola naar het verzorgingshuis verhuisden. Na twee inbraken, waarbij tante Yola een groot gedeelte van haar goud kwijtraakte, waren ze angstig geworden.
Nu zal ik me, als ik ‘De Kolenkit’ passeer, bijzonder ongerust maken als ik achter me klik…klik… hoor.
Ron Krancher
Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Anthropologist/Non-Western Sociologist) Jakarta, February 2009
Hallo Ron ,
Ik zit je verhaal te lezen over de kolenkit buurt ik ben er geboren en getochen en woonde in de Nannostraat en onder ons woonde de fam. Kouthoofd.
En tante Yola kwam er altijd op visite.en toevallig denk ik vaak aan Sandra die helaas is overleden dat was vroeger mijn vriendinnetje.
Ik heb hele leuke herinneringen aan die tijd
groetjes Plony
De Kolenkit Kerk. Och, die was ik vergeten. Geuzenveld was mijn thuis. Ik, als meisje zelfs, was overal te vinden. Op mijn fiets met mijn vriendinnetjes. Mijn moeder hoefte zich helemaal geen zorgen te maken. Wat verschrikkelijk jammer dat zij (de buurt) zo aangerand is.
Hallo Plony,
Wat toevallig. Alhoewel, door het internet is de wereld een stuk kleiner geworden.
Inderdaad erg jammer dat Sandra is overleden. Ze was nog zo jong.
Leuk dat je oma en tante Yola ook nog hebt gekend. Trouwens, tante Yola leeft nog steeds. Is nu 87 jaar. Het hoofd is nog redelijk goed, maar ze is nu volledig aan de rolstoel gekluisterd.
We zijn nu nog op Bali, maar als we in Nederland zijn proberen we haar 1x per week op te zoeken. Lukt helaas niet altijd, maar we doen ons best. Bedankt voor je leuke reactie.
groetjes
Ron
Hoi Adriana,
Ja, het is doodzonde. Wie weet verandert de buurt weer eens ten goede.
groetjes
Ron