De Tocht der Tochten

Vandaag maakten we ‘De Tocht der Tochten’. Tot ongeveer twee uur ‘s middags hebben we ons voorbereid. Geestelijk en lichamelijk. We hebben goed gegeten en gedronken, en we deden een schietgebedje. Toen waren we er klaar voor. We gingen op pad. De jeep startte in één keer. Dat was dus al een goede start. Onderweg ondervonden we geen noemenswaardige problemen. Ook rechtsaf na het Heroïne Monument ging vloeiend. Hierna was het rechtdoor en licht heuvel op. Bij de ingang van Nam Tok betaalden we ons entreebewijs, reden langzaam tot aan de parkeerplaats en kwamen tot stilstand.

Vanaf hier begon onze ‘Tocht der Tochten’. Twee lange kilometers door een stuk oerwoud. Nou ja, oerwoud? Het was een redelijk goed te belopen pad dat ons rond de waterval (Nam Tok) voerde. Een pad van twee kilometer dat door een aantal drempels te moeilijk was voor rolstoelers en oudjes met een rollator. Gek dat twee kilometers dan toch zo lang en zwaar kunnen zijn. Het zweet gutste ons over de rug, borst, armen, benen… Na driehonderd meter veegde ik mijn en Hitty’s voorhoofd af, nam een slok water en begon aan de volgende driehonderd meter. Zwetend als een varken. Zo hebben we de twee kilometer afgelegd. Jazeker, wel twee kilometer. Aan het eind van ‘De Tocht der Tochten’ kwamen we bij een eettentje dat ook heerlijke en vooral gezonde drankjes verkocht. Die verfrissingen deden ons goed. Terwijl Hitty mijn biertje betaalde liep ik alvast naar de jeep die veertien meter verderop stond te wachten. Na het starten van de motor duurde het ongeveer een minuut voordat de airconditioner z’n werk deed. Tegen die tijd nestelde Hitty zich zuchtend op de plaats naast me en vertrokken we richting huis. Voldaan. Senang.

Ron Krancher

Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Anthropologist/Sociologist of Non-Western Societies) Phuket, February 2010