De vier componenten

“Wilt u even meekomen?” Hij hield een tas omhoog en keek Hitty streng aan. “Is dit uw tas?” Hitty knikte. “Loopt u even met me mee,” zei de strenge man. Het was een bevel, geen verzoek. Het klonk ook niet als een verzoek. De lange zwarte man liep Hitty voor naar een tafel aan het einde van de lopende band. Mag ik dat zeggen, zwarte man? In ieder geval liep hij naar de tafel, zette de tas erop en vroeg aan Hitty of hij de inhoud van de tas mocht bekijken. “Natuurlijk mag u dat,” zei Hitty, heel goed wetende dat nee-zeggen geen optie was. Met haar onschuldige blik keek ze hem aan. Hij ritste de tas open en haalde stuk voor stuk de componenten, zoals hij ze noemde, uit de tas.

We waren op Schiphol. De reis ging met ‘United’ via Washington, naar Las Vegas. Net als alle andere passagiers werden ook wij gecontroleerd. Alle spullen moesten op de lopende band en door een scanner. De laptop moest uit de tas en apart worden aangeboden. Geen vloeistoffen. Althans niet meer dan 100 ml. “Ik gooi uw fles lenzenvloeistof wel even voor u weg, meneer,” zei de mevrouw terwijl ze me afkeurend aankeek. Ze kieperde de fles in een bak terwijl ze met haar rug tegen me sprak.”dit is meer, hè! Dit is 240 ml!” Elke trip neem ik dezelfde hoeveelheid lenzenvloeistof mee en dit is de eerste keer dat iemand het voor me weg kieperde. Ach, ik begrijp het wel. Regels zijn nu eenmaal regels. De broekriem moest af en ook het jasje moest uit. Tot slot gingen de creditcards en telefoon in het gele bakje. Ze lagen zij aan zij met de Rennies. De bodyscan leverde niets op. Er waren wel twee verdachte plekken op het scherm te zien, maar na fouillering bleek het loos alarm. Ik wist dat al maar ‘hij’ nog niet. Na betasting van mijn rechter oksel en linker lies mocht ik door naar de volgende ronde. Ik wel, Hitty niet.

De lange zwarte man met de donkere stem (of moet ik de lange donkere man met de zware stem zeggen?) noemde de componenten stuk voor stuk op terwijl hij ze uit de tas haalde. “Draden.” Ik lichtte hem bij met te verklaren dat het de snoeren voor mijn laptop waren. “Stekkers.” Ik legde hem uit dat het nodig was dat er stekkers aan de draden voor mijn laptop zaten. Terwijl ik dat deed besefte ik dat het onverstandig was om de lange zwarte man boos te maken. Dat leidde ik vooral af aan de donkere blik die hij mij toewierp. “Telefoon.” Ik maakte direct mijn verontschuldigingen. Die had natuurlijk naast de andere telefoon in het gele bakje moeten liggen. “En wat is dit?” De man viste twee op kneedstof gelijkende pakjes uit Hitty’s tas. “U heeft in uw tas alle vier de componenten voor het maken van een bom, mevrouw. De telefoon, de draden, de stekkers en …

“Kaas,” zei Hitty. “Old Amsterdam.” De controleur met de zware stem en donkere blik keek Hitty aan en zei: “Ik zie het, Old Amsterdam. Een heerlijke kaas. En ook keurig volgens de regels verpakt.” Hij hielp Hitty met het inpakken van haar tas en wenste ons een prettige vlucht.

Ron Krancher

Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Anthropologist/Sociologist of Non-Western Societies) November 2010.