Vaak zingt z’n naam in m’n bovenkamer rond. Willem Oltmans, journalist en voor de duvel niet bang. Dat zijn z’n eigen woorden. En die woorden maakte hij, in ieder geval tijdens z’n leven, meer dan waar. Voor de duvel niet bang!
Hij heeft veel mensen ontmoet in z’n journalistieke leven en de jaren daarna. Veel van die mensen waren de ‘Groten der Aarde’. Of het nu Soekarno was of Bernhard von Lippe Biesterveld, Willem Oltmans wist ze te strikken voor een gesprek of zelfs voor een avontuur.
Willem hield van het avontuur. Af en toe meer dan gedreven, op het obsessieve af, joeg hij achter het nieuws aan. En het nieuws sleepte hem op haar beurt relaties in, die hem het avontuur brachten. Het avontuur dat hij nodig had om te schitteren. Ja, schitteren, want Willem was een narcist. Hij hield buitengewoon veel van zichzelf.
Bij leven zou Willem nu heel boos zijn geworden om zo’n opmerking. Maar nu, al een aantal jaren dood, zal hij toch moeten erkennen dat een groot deel van z’n drijfveren gestoeld was op de liefde voor zichzelf. Niets mis mee, Willem! Dat maakte je Willem Oltmans. Journalist en avonturier.
Uiteindelijk na veel strijd won Willem het van de Nederlandse Staat. Hij stierf als miljonair. Althans dat denk ik. Hij kreeg vele miljoenen schadevergoeding toegekend door de hoogste rechters. De Nederlandse Staat had tientallen jaren lang geprobeerd hem de mond te snoeren maar werd aan het einde van de rit door de hoogste rechters tot een behoorlijke, in mijn ogen nog veel te lage, schadevergoeding veroordeeld. Al die rechtzaken kostte Willem z’n laatste florijnen, waardoor hij op een gegeven moment zelfs van een bijstandsuitkering moest proberen rond te komen. Maar hij gaf nooit op. Dia pukul terus!
De Nederlandse Staat kennende heeft ze geprobeerd om zoveel mogelijk van die schadeloosstelling weer via haar tolgaarders terug te stelen. In ieder geval was Willem Oltmans de morele winnaar van dit gevecht. En hij zal altijd een voorbeeld zijn voor al die anderen die in gevecht zijn met ‘De Staat’. Ikzelf bevind me niet in zo’n situatie, maar ik moet – en dat is eigenlijk wel heel vreemd – om één of andere reden vaak denken aan Willem Oltmans.
Z’n stijl beviel me. Heerlijk, die Indo met die grote bek!
Ron Krancher
Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Anthropologist/Non-Western Sociologist) Bali, February 2009.
Nou een wat meer respectvolle titel zou zowel de inhoud van het artikel als mijn verre oom de eer aandoen die ze verdienen!
Bastard.
Zo, R. Oltmans. Bent u even slecht op de hoogte.
Uw oom werd namelijk in bepaalde kringen zo genoemd. Ik denk dat hij dat wel wist en het, net als ik, een geuzennaam vond.
En wat uw ondertekening betreft:
Vroeger werden in Nederlands-Indie en in de vroege periode na de repatriering, de Indo’s uitgescholden voor bastaards. Dat u ondertekent met ‘Bastard’ is niet best. U moet uzelf niet zo noemen. Wees er toch trots op dat u een Indo bent! Of bent u misschien van de Hollandse tak en brengt het gebruik van dat woord bij u prettige herinneringen boven aan uw schooltijd?