Guna guna op Lembata

In Oost-Nusatenggara liggen de Solor en Alor archipellen. Het gebied begint ten oosten van Flores, bij de eilanden Solor en Lembata. Het volgende verhaal hoorden we van een Nederlandse reiziger die we op Flores tegenkwamen. Zelf hadden we geen tijd meer om naar Oost-Nusatenggara te gaan, maar dat gaat de komende jaren zeker een keer gebeuren.

We zaten op Centraal Flores in een restaurantje in Moni, het dorp aan de voet van de vulkaan Kelimutu, het vertrekpunt naar de drie gekleurde meren op de top van de vulkaan. Die ochtend hadden we een trip naar de top gemaakt en toen we rond twee uur in het restaurantje tegenover onze bungalow neerstreken begon het te regenen. Het eerste uur viel er slechts motregen, maar daarna stortregende het urenlang. In het restaurantje ontmoetten we Rose. Rose is een blonde Nederlandse vrouw van vierentwintig die een jaar rust heeft genomen en Azië rondreist. Ze is lerares op een school voor moeilijke, vaak zelfs hopeloze gevallen in Amsterdam-West. Door bezuinigingen is haar baan komen te vervallen en besloot ze om voordat ze aan het werk gaat in het normale onderwijs, een jaar te reizen. Nu was ze in Moni neergestreken en helpt daar in het restaurant. Ze probeert iedere keer tevergeefs de saus van de pasta te verbeteren, maar iedere keer weten ze in de keuken er weer een slappe natte zooi van te maken. Maar de mensen zijn er erg lief voor haar en ze is al helemaal een deel van de familie geworden. Terwijl we er schuilend voor de slagregens met Rose over haar reis en haar werk spraken kwam een lange tanige man het restaurantje binnen. Het bleek een oude bekende te zijn, die al enkele keren tevergeefs de Kelimutu op was geweest om de drie meren te kunnen zien en iedere keer was dat door zware mist, storm of stortregen onmogelijk geweest. De volgende ochtend wilde hij het weer proberen. Zijn kansen zijn gestegen want de storm is gaan liggen en ondanks de stortbui van dat moment was het die ochtend droog geweest en hadden wij een goed zicht gehad op twee van de drie meren. We kennen zijn naam niet, want hij had zich niet voorgesteld. Eigenlijk was het een lompe kerel die zich ongevraagd in een gesprek mengde en daarna zichzelf alleen maar graag hoorde praten. Zijn naam vertelde hij dus niet, maar hij ging wel prat op zijn afkomst als Zeeuw en dat deed mij eraan herinneren dat mijn vader een pesthekel aan Zeeuwen had, omdat het op de schepen waarop mijn vader als marineman voer altijd juist de Zeeuwen waren die vaak voor problemen zorgden; problemen die mijn vader als Bootsman en later als Schipper en Opper-Schipper dan weer moest zien op te lossen, om de rust aan boord weer te herstellen. Maar goed deze Zeeuw vertelde een interessant en gruwelijk verhaal over het eiland Lembata.

Lembata is het eiland ten oosten van Flores. Het is een eiland dat bestaat uit eucalyptusbomen en open savannes. Door de droge wind die vaak vanaf de kant van Australië waait is het een erg droog eiland, vandaar dat er veel savannes zijn. De bewoners van het eiland hebben een Melanesisch, Portugees of soms ook een uitgesproken Papoea uiterlijk. Elk district kent er een eigen dialect, gewoonten en een eigen vorm van animisme. Het zijn in het algemeen landbouwers (slash-and-burn) en men weeft er de mooiste en fijnste ikat. Aan de zuidkust, in Lamalera wonen een aantal clans die zich hebben gespecialiseerd in de walvisjacht, maar men jaagt er ook op zeekoeien, roggen en schildpadden. De walvisjacht (mei tot november) heeft echter hun voorkeur. De clans komen oorspronkelijk van de Kai Eilanden, Centraal Molukken, Ceram en Flores. Eén ding hebben de diverse op het eiland wonende groepen met elkaar gemeen en dat is dat ze buitengewoon bijgelovig zijn en zich nog bedienen van guna guna (zwarte kunst) in tijden dat ze hogere machten nodig denken te hebben. Ondanks dat er veel priesters op het eiland wonen en het Katholicisme er zwaar wordt gepromoot, maakt een groot deel van de bewoners van Lembata nog gebruik van guna guna. De doekoens hebben het er nog steeds druk en deinzen er niet voor terug om naar de zwaarste middelen te grijpen.

De Zeeuw was op weg naar dit eiland. Hij voer op de veerboot vanuit Flores en vlak voordat de veerboot de haven van Lewolaba op Lembata binnenvoer keerde de boot om, voer een stukje terug en lag toen stil. De mensen leunden over de reling van de boot en keken naar de zee. “Ada anak,” werd er geroepen. “Daar ligt een kind.” De Zeeuw keek ook over de reling en zag in het water iets liggen dat op een pop leek, de zwarte haren wijd uitgespreid op het water. Toen zag hij dat de onderbenen door het gewicht naar beneden wezen en realiseerde hij zich dat het inderdaad om een kind ging. Men haalde het lichaam uit het water en het bleek dat van een meisje van ongeveer acht jaar te zijn. De kapitein van de veerboot pakte haar bij haar enkels en hield haar onderste boven. Hij schudde haar een paar keer heen en weer in de hoop dat ze nog te redden was, maar ze was helaas al overleden. In eerste instantie dacht de Zeeuw dat het meisje tijdens het zwemmen was verdronken, maar toen realiseerde hij zich dat ze volledig naakt was. Terwijl men haar lichaam in een doek wikkelde zag de Zeeuw dat ze een rode streep over de rechterkant van haar gezicht had. De streep liep van het gebied boven haar oog, via haar oog, naar de onderkant van haar wang. Eerst dacht hij dat het een schram was, maar toen zag hij dat ze op haar andere gezichtshelft ook een streep had. Ook deze streep liep van boven haar oog, via haar oog, naar de onderkant van haar wang. Alleen was deze streep zilverkleurig. Het bleek dat ze het slachtoffer was geworden van guna guna, de nog regelmatig op het eiland toegepaste zwarte kunst. Ze was het slachtoffer geworden van één van de ergste vormen, zo niet de ergste vorm van guna guna. Omstanders vertelden aan de Zeeuw dat er vermoedelijk sprake was van een ernstige vete tussen twee families en dat dit meisje door de ene familie was ontvoerd en vermoord als waarschuwing aan de andere familie of als genoegdoening voor iets dat hen was aangedaan. We kennen een vergelijkend verhaal over een vrouwelijke arts die over Java reed. Haar busje reed in het donker door een dorpje en haar chauffeur reed een kind aan. De arts sprong uit het busje en probeerde tevergeefs het leven van het aangereden kind te redden. Toen ze later terugkwam bij het busje bleek haar eigen dochtertje dood te zijn. Iemand had uit wraak haar dochtertje de keel doorgesneden. Dit soort risico’s loop je nog steeds in de wat meer afgelegen plattelandsgebieden en op de eilanden. De chauffeurs van de busjes waarin we rijden vertellen ons ook vaak dat ze, wanneer er onderweg iets ernstigs gebeurt, niet stoppen maar uit zelfbescherming doorrijden totdat ze bij een groter politiebureau zijn. Zelfs een kleine politiepost slaan ze over, omdat ze bang zijn dat de agenten in zo’n kleine post nauwe banden hebben met de dorpelingen. Oude gewoontes zijn moeilijk af te leren. Wraak en genoegdoening beheersen er nog steeds de samenleving. Je kunt het ook vaak aan de reactie van de omgeving aflezen. Toen de kapitein van de veerboot aan de passagiers uitlegde wat er was gebeurd zag de Zeeuw dat er lacherig werd gereageerd. Blijkbaar herkende men het fenomeen als onderdeel van guna guna en was de reactie van de omstanders daarom zo lauw en lacherig. De veerboot voer naar Lembata en vermoedelijk was een groot deel van de passagiers inwoner van Lembate. Voor hen was er blijkbaar niets vreemds aan de hand en was de reactie er een van herkenning. Zelf opgegroeid met verhalen over guna guna en tijdens mijn opleiding als antropoloog vaak gewezen op het dwingende en hardnekkige karakter van guna guna, kijk ook ik niet vreemd op van dit voorval, hoe gruwelijk het ook is. Het gebeurde vroeger en het gebeurt nog steeds. Het gebeurt op Lembata en het gebeurt in de Bijlmermeer in Amsterdam, waar ook regelmatig via guna guna of voodoo (meegenomen uit Haïti of de Dominicaanse Republiek) wraak wordt genomen op een (vermeend) onrecht. Dit arme meisje was dus waarschijnlijk het slachtoffer van een vete tussen twee families en er zullen nog meer slachtoffers in deze vete vallen. Veel slachtoffers, want vetes kunnen zelfs generaties lang worden uitgevochten en daarom zal guna guna nog lang blijven bestaan en waarschijnlijk nooit uit te roeien zijn.

Ron Krancher

Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Writer/Anthropologist/Non-Western Sociologist) Labuan Bajo, Flores. March 23, 2012.