“Pfffft” was het geluid dat je naast je hoorde maken. “Pfffft” en schuin voor je raakte een kwat de grond. Ik vond het altijd een vieze gewoonte van m’n opa, dat op straat spugen. Spugen op straat deed je niet hier in Nederland. Dat hoorde niet. Het werd beschouwd als een heel slechte gewoonte.
Mijn opa spuugde wel om de vijftig meter. Ik vond het maar vies. Maar dat was toen. Vroeger, toen ik tien jaar oud was. Ik liep dan naast hem en leerde al aardig het moment inschatten waarop m’n opa z’n kwat weg zou schieten. Ik weet niet zeker of m’n neven of nichten eenzelfde gevoel kenden, maar het moet haast wel. Het moet haast wel dat ze ook de stappen gingen tellen tussen de kwatten. Zoiets van: “zesenveertig, zevenenveertig, achtenveertig… kwat. Een tel te vroeg opa!”
Ik vond het toen maar een vieze gewoonte. Ongepast zelfs. In Nederland doe je zoiets niet (dacht ik). Maar vele jaren later ontdekte ik dat het kwatten van mijn opa eigenlijk wel meeviel. Er lag altijd maar een klein beetje spuug. Toegegeven, als je jezelf omdraaide kon je het kwatspoor weer terug naar huis volgen, maar het bleef eigenlijk beperkt tot een klein plekje spuug dat mijn opa niet kon of wilde doorslikken. Nee, dan de Chinezen en Indiërs. In Azië maakten we kennis met de professionals onder de ‘Kwatters’. Als je ergens liep en je hoorde het diepe geschraap van achter uit de keel, dan keek je angstvallig om je heen op zoek naar de viespeuk. Plotseling schoot er dan een draderige fluim langs en landde – bij voorkeur – voor jouw voeten. In de kleine hotelletjes waar we altijd sliepen liepen ze al keelschrapend langs onze kamer, om aan het eind van de gang in de toiletruimte hun smerige lading uit te spugen. Op straat liep ik ook altijd met een schuin oog gericht naar de grond. Lag er spuug en slijm?
Een bekende kwat, is de ‘Rijkaard-kwat’. Vol in Völler z’n nek. Professioneler kon de kwat niet zijn weggeschoten. Het was tijdens het Wereld Kampioenschap voetbal van 1990, in Italië. In een vol stadion. Minder bekend is de kwat van Boussaboun. Zeg maar Ali. Maar deze was wellicht nog viezer dan die van Frank. Ali’s kwat eindigde tijdens een voetbalwedstrijd vol in het gezicht van de tegenstander. Frank en Ali waren boos en dus moest er gekwat worden. Ja… dat is van een heel andere orde van grootte.
Vergeleken met de draderige fluimen in Azië en de beledigende bespuwingen van Frank en Ali, zijn de kwatjes van mijn opa eigenlijk nauwelijks het vermelden waard.
Ron Krancher
Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Anthropologist/Sociologist of Non-Western Societies) Weesp, August 2009.
Beste Ron
Ik schrijf een artikel over Tesselse woorden. Wij kennen het werkwoord ‘kwatten,’op zijn Tessels ‘kwotte’ en dat heeft naast de betekenis van spugen ook de betekenis ‘met een probleem worstelen.’ Ooist van gehoord?
Met vriendelijke groet
Theo Backer.
Beste Ron
Ik schrijf een artikel over Tesselse woorden. Wij kennen het werkwoord ‘kwatten,’op zijn Tessels ‘kwotte’ en dat heeft naast de betekenis van spugen ook de betekenis ‘met een probleem worstelen.’ Ooit van gehoord?
Met vriendelijke groet
Theo Backer.
Beste Theo,
Die betekenis kende ik niet. Ik ken het woord ‘kwatten’ uit mijn jeugd in Amsterdam. Zal ongetwijfeld ooit door een Amsterdams schoffie van ‘kwotte’ naar ‘kwatten’ verbasterd zijn.
Bedankt voor de info en succes met het schrijven van je artikel.
Groetjes,
Ron