Professor

Mijn vader had een vechthaan. Hij heette Professor. Een bul. Een grote vechtersbaas. Toen mijn vader naar Soerabaya verhuisde heeft hij Professor aan z’n broer Bep gegeven.

De messen waren geslepen. Met touwtjes werden ze nauwkeurig aan de poot gebonden. De hanen waren ongeduldig. Ze wilden steeds losbreken en de ander te lijf gaan. De messen zijn tien centimeter lang en zijn van blinkend staal. Vlijmscherp staal.

De vechthanen stonden met gebogen koppen tegenover elkaar. De één spierwit en de ander donkerbruin. Een grote donkerbruine, agressief het gevecht openende, wildebras. De spierwitte kon geen kant op en klauwde dus maar wat terug op de wilde aanval van de donkerbruine. Toen was het voorbij. Binnen drie seconden was het gevecht afgelopen.

De spierwitte pikte nog wat na op de kop van de zieltogende donkerbruine. Eén uitval was voldoende geweest om de tegenstander met een messteek dodelijk te verwonden. Hoeveel geluk kan je hebben. Het was nauwelijks een gevecht geweest. Met een toevalstreffer rekte de ‘spierwitte’ z’n hanenleven.

Het volgende gevecht duurde enkele minuten. De hanen sprongen over elkaar heen en haalden elkaar open met de vlijmscherpe messen. Ze zaten beiden onder het bloed. Aan het eind van het gevecht rende de donkere tegenstander gewond de ring uit. De enkele toeschouwers die er waren sprongen aan de kant. Je moest niet per ongeluk door de in paniek geraakte haan worden geraakt. Ze wisten een gevlochten mand over hem te leggen en hem te kalmeren. Zijn witte tegenstander zat onder het bloed, maar was duidelijk de winnaar van het gevecht. De ander was er immers vandoor gegaan. Ze haalden het mes van de poot van de witte en stopten ook hem onder een gevlochten mand. Goed zichtbaar lag ook hij op adem te komen. Zakte wel steeds door z’n poot en fladderde wat door de mand. Binnen een paar minuten draaide hij zich op z’n rug en strekte z’n poten, op weg naar de dood. De bruine wegloper hijgde verder uit onder z’n mand. Ogenschijnlijk niet zo zwaar gewond.

Behalve één (een spierwitte) kregen alle gewonde overlevenden een steek in het hart, werden opengesneden en geplukt. Ik weet niet of de spierwitte dezelfde was als de spierwitte uit het eerste gevecht. Zoveel geluk kan je als vechthaan toch niet hebben?

Officieel is het niet toegestaan om op Bali hanengevechten te houden. Behalve wanneer het ten behoeve van een ceremonie is. Ik maak me sterk dat hier sprake was van een ceremonie. Volgens mij werd er gewoon gegokt. Officieel was het in het Nederlands-Indië van mijn vader, ook niet toegestaan om hanengevechten te organiseren. Maar het gebeurde toch, want het ging om veel geld. Een goede vechthaan leverde veel op.

Zoals ik al zei heeft mijn vader Professor aan zijn broer gegeven. Ik weet niet of hij nog veel gevechten heeft gewonnen. Maar ongetwijfeld is ook Professor op een dag opengesneden en geplukt.

Ron Krancher

Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Anthropologist/Non-Western Sociologist) Bali, February 2009.