A Star Is Born

Meestal nemen we als we naar Amerika gaan een vlucht naar Los Angeles, omdat die luchthaven dichter bij Clint’s huis in Apple Valley ligt. We gaan namelijk, als het enigszins mogelijk is, altijd even een paar dagen bij neef Clint op bezoek. Gewoon lekker slap kletsen, met een glas in de hand en uitzicht over de vallei. Het is echter logischer om vanuit Las Vegas of Phoenix onze jaarlijkse reis door Amerika te starten. We zijn dus dit jaar vanuit Amsterdam naar Las Vegas gevlogen. En dat was een goede keuze. Het werd weer eens tijd om naar Las Vegas te gaan.

We komen er regelmatig. De eerste keer was met Aïsha. Ongeveer zestien jaar geleden. Toen liepen we voor het eerst over ‘de Strip’ en genoten we van de pracht en praal van de tegen elkaar opbiedende Casino-Hotels . Zo waren toen al de tegen elkaar vechtende bemanningen van de twee piratenschepen bij Treasure Island, waarbij één van de schepen door kanonvuur tot zinken werd gebracht, een hoogtepunt. Net als de vuurspuwende vulkaan bij de Mirage en de prachtige ‘dansende’ fonteinen van Bellagio.

Het was alweer vier jaar geleden dat we er voor het laatst waren. Toen leek de tijd er nog te hebben stilgestaan. ‘De Strip’ was levendiger dan ooit. Maar ook Las Vegas lijdt nu onder de recessie. Dit jaar is het anders. De piratenschepen staan beide droog en dat lijkt me een veeg teken. De vulkaan zagen we deze keer niet spuwen. Waren we te vroeg of te laat gekomen? Is de vulkaan gedoofd? Het gaat hier duidelijk slechter met de handel. Er is nog steeds veel glitter en blink-blink, en nog steeds worden hier grote bedragen vergokt, maar alles lijkt toch iets minder te zijn geworden. Behalve dan de ‘dansende’ fonteinen van Hotel Bellagio, die zelfs nog mooier lijken te dansen dan ooit.

Wij slapen altijd in de Sahara. Dat begon zestien jaar geleden met Aïsha en sindsdien is het een soort traditie geworden. De Sahara is één van de oudste hotels aan de ‘Strip’. Het hotel dateert al uit 1952 ( inderdaad: mijn geboortejaar), ongeveer in de periode dat ‘the Strip’ in Las Vegas werd opgezet met onder andere veel geld afkomstig van de maffia. Het heeft ondanks of wie weet dankzij z’n leeftijd nog steeds de illustere uitstraling van vroeger. Ooit stonden er in het wereldberoemde theater van de Sahara de beste en meest flamboyante entertainers van Amerika. Vooral de ‘Rat Pack’ scoorde hoog. Dat was in de periode eind jaren zestig, begin jaren zeventig. De ‘Rat Pack’ bestond uit vijf mannen, waarvan de belangrijkste leden Frank Sinatra, Dean Martin en Sammy Davis jr. waren. Zij domineerden in die tijd het nieuws met hun podium-optreden, affaires, drankgebruik en connectie met de maffia. Frank (met de bijnaam ‘The Voice’), Dean (die altijd optrad met een Jack Daniëls in de hand) en Sammy (die tijdens een rit over Route 66 met zijn auto door een tunneltje onder de Santa Fe Express railway wilde rijden, met hoge snelheid de tunnelwand raakte en als gevolg daarvan de rest van zijn leven met een glazen linkeroog het publiek aankeek) waren toen sterren en ze stonden op het wereldberoemde podium van de Sahara.

Nu stond Rick Thomas op datzelfde podium. Rick is een illusionist en laat mooie meiden verdwijnen en witte tijgers verschijnen. Clint wilde graag naar een voorstelling en kocht kaarten voor deze show. Het theater was afgeladen vol en wij hadden vier prima plaatsen op de derde rij. Recht voor het podium. Ik liet bij het plaatsnemen Amber, Clint en Hitty voorgaan. Zelf ging ik aan het einde van de rij zitten, zodat ik mijn benen nog eens extra kon strekken. Terwijl de mooie meiden verdwenen en de witte tijgers verschenen zakte ik lekker onderuit en genoot van de show. Plotseling stond de heer Rick Thomas voor me. Hij wees naar me en vroeg: ” What’s your name, Sir?” Ik haat dit soort dingen. Het is net als met katten en honden. Katten gaan altijd op de schoot zitten van kattenhaters en honden likken altijd juist in de gezichten van mensen die dat verschrikkelijk vies vinden en als bonus besnuffelen ze je kruis en likken nog net niet je ballen.

“Ron.” beantwoordde ik Rick’s vraag. Hij vroeg me of ik de sterkte van een leren riem wilde controleren en natuurlijk wilde ik dat wel voor hem doen. “Thank you, Ron.” Opgelucht liep ik weer terug naar mijn plaats. Achter mijn rug klonk de stem van Rick en terwijl hij sprak kreeg ik het gevoel zoals ik dat krijg wanneer een hond mijn gezicht wenst te likken. “Will you join me on the stage, Ron?” Ik dacht nee, maar ik zei: “Yes… sure.” Eigenlijk wilde ik het liefst in rook opgaan, maar daar had ik nu net een illusionist voor nodig gehad. Het was zover. Mijn ergste nachtmerrie kwam uit.

Met vaste tred besteeg ik de trap naar het toneel en ging naast Rick Thomas staan. Na een ferme handdruk en een “How are you?” moest ik van Rick de voeten van een mooie dame vastgespen aan de leren riem. Dat kon ik volgens het publiek heel goed. Ik kreeg namelijk applaus. Hierna moest ik de leren riem goed vasthouden. Ook dat deed ik correct. En terwijl ik beschenen door de felle lichten van de schijnwerpers midden op het toneel stond en neerkeek op het publiek in de volle zaal, besefte ik dat ik op het wereldberoemde toneel van de Sahara stond. Op dezelfde plek waar ooit de ‘Rat Pack’ optrad. Een plek waar gewone stervelingen niet mochten komen. Ze mochten er tegen betaling wel naar kijken, maar er op lopen…

Intussen zaagde Rick de dame doormidden, en terwijl hij haar verder ontleedde stond ik naast hem in de spotlights met de leren riem in mijn hand, met aan het eind van het leer een door mij vastgegespte schoonheid. Rick zaagde er lustig op los, maar de mooie meid gaf geen krimp. Ik weet dat, want af en toe rukte ik in opdracht van de meester aan de leren riem en controleerde daarmee of ze nog tekenen van leven gaf. Op een gegeven moment trokken we de twee helften uiteen en de mensen klapten hun handen blauw. We ontvingen een ovationeel applaus. En men klapte zelfs nog harder toen het mooie meisje weer ongeschonden uit de kist stapte.

Terwijl het publiek uitbundig klapte dacht ik aan Frank Sinatra en de rest van de ‘ratten’, die ooit, net als ik, ‘Live At The Sahara’ hun applaus in ontvangst mochten nemen, en ik voelde me geweldig en lach me rot.

Ron Krancher

Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Antropoloog/Niet-Westers Socioloog) Las Vegas, 5 December 2010.