On the Road Again

In 2010 schreef ik:

“Eigenlijk zouden we in Kenia zijn. Kamperend in de Maasai Mara, Tsavo en Amboseli, de wildparken waar we het meest nieuwsgierig naar waren. We hadden er een maand voor uitgetrokken, dus hadden we genoeg tijd om alles ook meteen goed te doen. Tent mee. Pannen, borden en bestek mee. Speciale hoofdlantaarns gekocht. Research gedaan. 4-Weeldrive uitgezocht. Prijzen vergeleken. Injecties voor Gele Koorts en DTP gehaald bij het Academisch Medisch Centrum. Malerone meegekregen om de malaria te bestrijden. Tickets besteld. Visum geregeld. Een extra creditcard genomen omdat er op bepaalde plaatsen alleen maar met Visa geld uit de boom kan worden gerukt. Een lijst gemaakt van de tankstations en vooral goed bekeken waar de laatste mogelijkheid is om de tank vol te druppelen. En ja, toen werd Hitty ziek en moest de reis naar Kenia worden geannuleerd. Twee dagen voor vertrek. De specialist vond een reis naar Afrika of Azië onverstandig en schreef voor ons een verklaring uit waaruit dat bleek. Het ticket naar Nairobi werd per direct ingeruild voor een ticket naar Las Vegas. Hoe groot kan de tegenstelling zijn.

Ik schrijf dit stukje in een motel op Route 66, terwijl net de hoorn loeit van de langs rijdende Santa Fé Express. Na een prachtige rit via Death Valley naar Reno en Virginia City (het stuk na Death Valley ging over de schitterende Highway 395) reden we naar Apple Valley, voor een paar dagen bij Art en Dee. Met frisse tegenzin hielpen we Dee met het aankleden van de buitenkant van het huis. Elk jaar wordt het door haar van onder tot boven met kerstverlichting ingepakt. Het is pas begin november, maar ze wil er altijd erg vroeg bij zijn. Liefst als eerste van de buurt. En als de klus is geklaard en je ‘s-avonds naar hun hel verlichte huis op de top van de heuvel kijkt, wordt je verblind. Wat Dee doet is abnormaal en grenst aan krankzinnigheid. Je kunt hun huis het beste vergelijken met het huis van de Griswalds, in de film ‘National Lampoon’s Christmas Vacation’.

Dee verwacht dat ik haar help bij deze klus. Eigenlijk wil ik dat niet zo graag, want met Dee valt niet samen te werken. Niemand kan met haar samenwerken. Binnen tien minuten krijgt men al de nauwelijks te weerstane drang om haar te wurgen. Ik kan dat niet maken tegenover Art en moet na die tien minuten nog een paar uur met haar verder, totdat ik voortijdig afhaak, Hitty in de puinhoop achterlatend. Art is dan al lang gevlucht en wacht in de bar op de bovenverdieping tot de kust weer enigszins veilig is. En wanneer ik me dan bij hem op het balkon voeg, staan de drankjes al klaar om mijn tot het uiterste getergde zenuwen weer tot rust te brengen. Art wijst dan altijd grijnzend op de sproeten op zijn armen en zegt iedere keer weer: “Zie je deze dingen? Dit zijn de verroeste uiteinden van mijn stalen zenuwen.”
Op het balkon is het gelukkig altijd weer goed uitrusten. Met een dubbele whiskey zonder ijs in mijn hand en een cognac met ijs in de hand van Art (de barbaar), kijken we dan uit over de lichtjes in de vallei van Apple Valley.

Na op de valreep nog even Art’s computer te hebben gerepareerd (ieder jaar is hij weer van alles kwijt of werkt er iets niet) zijn we nu op weg naar Tombstone. Altijd weer fijn om op weg te zijn naar het schitterende Cochise County. Via Route 66 reden we vandaag over de berg naar Kingman. Onderweg, vlak voordat we de berg opreden, lag aan onze linkerhand de heuvel waar we zo’n tien jaar geleden met witte en zwarte keien een hart met daarin onze initialen bij die van andere romantici hadden gevoegd. Altijd weer leuk om daar langs te rijden. Later hebben we hetzelfde ook een keer gedaan in het talud van de Santa Fé Express. Ook dat was op Route 66, alleen ligt daar aan de linkerkant een gedeelte van de Grand Canyon en rechts de beroemde spoorlijn. Op diezelfde plek vonden we ook de antieke spijkers waarmee ooit de oude houten spoorwegbielzen werden vastgenageld. Nu is men overal bezig om de houten bielzen te vervangen voor betonnen. Dat doet trouwens niets af aan de pracht van de zich door het open landschap slingerende goederentreinen.

Het cadeau van de mevrouw in het autoverhuurbedrijf in Las Vegas bevalt ons prima. In plaats van de bestelde ‘fullsize’ kregen we van haar een Jeep mee. Lief, want normaal gesproken is een Jeep huren een stuk duurder. We rijden nu dus ook regelmatig op ‘dirtroads’ en met name in de bergen, waar de sneeuw dit jaar vroeg is gevallen, is het een bijzonder nuttig cadeau. Zo hoorden we vandaag dat de noordkant van de Grand Canyon nog sneeuwvrij is en dus gaan we morgen proberen of we die kant kunnen bereiken. Met de Jeep moet dat geen probleem zijn, en hoe dan ook is het altijd weer geweldig om hier rond te rijden op de tonen van Willie Nelson’s ‘On The Road Again’.”

Nawoord: Dit stukje schreef ik vier jaar geleden, maar iedere keer weer gaan we enthousiast die kant op en zoeven we op de tonen van ‘On the Road Again’ over onder andere ‘de 395’ en ‘de 66’. Ook dit jaar zal het niet anders zijn. Het blijft namelijk altijd weer magisch.

Ron Krancher
Copyright © by Ronald E. Krancher (Schrijver, Scribent/Antropoloog/Niet-Westers Socioloog) Kingman USA, November 2010 / Oktober 2014.