De leeuwen van Sasan Gir

“Voor je zie je de laatste Aziatische leeuwen! Er zijn er nog maar driehonderdzestig en ze leven allemaal hier, in Sasan Gir.” De gids zwaaide met z’n arm over het gebied. Daar voor ons, in het reservaat bij Sasan Gir, leefden dus de laatste Aziatische leeuwen. In Gujarat, West India. Eén epidemie en de Aziatische leeuw is uitgestorven. Alleen al het uitblijven van zo’n dodelijke epidemie is een godswonder in het van ziektes vergeven India.

We hadden net een lange tocht door Rajastan achter de rug. Een tocht die ons langs steden voerde met prachtige namen als Jaipur, Jodhpur, Udaipur en Jaisalmer. Maar ook langs steden met eenvoudiger namen zoals bijvoorbeeld Sam, die mooie zandbak aan de grens met Pakistan. We zijn al vaker in Rajastan geweest maar steeds weer voelen we ons overweldigd door de schoonheid van het gebied, de kleurrijke bevolking en de verrassingen die het iedere keer voor ons in petto heeft.

Via Kumbalgarh, het imposante fort in de buurt van Udaipur, kwamen we Gujarat binnen. Vandaar vertrok een bus naar Sasan Gir. Zoals gebruikelijk deden we er weer een hele dag over voordat we ons reisdoel hadden bereikt, maar het was de moeite waard. Sasan Gir is maar een klein stadje. Eigenlijk een dorp dat zich langs een smalle hoofdweg uitstrekt. Op de hoek van het eerste blok staat een hotel. Het stelt weinig voor. Er is geen luxe te bespeuren, maar de kamers en bedden zijn er schoon. En, ze geven prima informatie over de leeuwen en hun leefgebied.

‘s Nachts hoor je ze brullen. Een diep en zwaar gebrul. Je hoort ze bijna jagen. De leeuwen brullen en jagen de prooi de kant op van de in hinderlaag liggende leeuwinnen. Het gebrul verplaatst zich door het gebied en klinkt soms ver weg en soms erg dichtbij. Je hoort de leeuwen de prooi opjagen. En dan houdt plotseling het gebrul op en weet je dat de troep aan de maaltijd begint.

De volgende dag vertrokken Hitty en ik voor een wandeling door de omgeving. We maakten een prachtige tocht door het steppeachtige gebied en hoorden de in het reservaat levende leeuwen brullen. Althans… dat dachten we. De sporen vertelden ons dat de leeuwen ook hier waren geweest. We wisten niet hoe snel we weer terug moesten komen naar de bewoonde wereld. In het hotelletje kregen we te horen dat het reservaat weliswaar is omheind, maar dat er ook plekken zijn waar de leeuwen tamelijk vrij in en uit kunnen lopen. Dat verklaarde de sporen in ons ‘wandelgebied’. ‘s Nachts hoorden we de leeuwen weer brullen en nu wisten we dat ze dichterbij konden zijn dan dat we eerst hadden gedacht.

Na een zeer vroeg ontbijt vertrokken we in een jeep naar de ingang van het reservaat. Er komen niet zo veel reizigers naar Sasan Gir dus het was rustig bij de poort. Er stonden nog twee jeeps te wachten. Dat was ook de laatste keer dat we de anderen zagen. Het reservaat is groot genoeg om elkaar niet meer tegen te komen.

Na niet al te lange tijd stopte onze jeep en speurden we op Hyawata-manier ( dat is dus met de hand boven de ogen) de horizon af, in de hoop leeuwen te zien, en het liefst leeuwen die op jacht waren naar prooi. Op de voorbank van de jeep zaten onze gidsen. Daarachter, op een bank op de open laadbak, zaten twee andere reizigers en daar weer achter, op een iets hoger geplaatste bank, zaten Hitty en ik. Terwijl wij in de verte speurden wees de gids ons op de leeuwin die op vier meter afstand naast de auto lag. Ze loerde naar een paar herten die langs liepen. Onze aanwezigheid verstoorde haar jachtpartij en ze draaide zich geïrriteerd naar ons om. Snel maakte ik enkele foto’s van haar. De meesten waren door de haast en de stress van het moment vaag en bewogen, maar gelukkig is er één redelijk gelukt. De foto waarbij ze me recht in de lens kijkt. Op vier meter van de jeep. Tjonge, wat was dat een mooi moment. Achteraf gezien was het een behoorlijk gestoorde daad om voor een mooie foto zoveel risico te nemen. Eén sprong… Het is maar goed dat je op zulke momenten niet al te veel denkt. Daar heb je geen tijd voor. Toen ze ging staan en zich naar me toekeerde dacht ik alleen maar aan de foto die ik wilde maken. Van de poema, die we in Madeira Canyon in Arizona tegenkwamen, heb ik geen foto kunnen maken en ik baal er nog steeds van. Dus maakte ik nu snel nog dé foto en toen trok de jeep op naar veiliger gebied. Waarschijnlijk had de gids aan het gedrag van de leeuwin gezien dat het tijd was om te vertrekken. Een paar kilometer verderop liep een leeuw op de weg. De gidsen bleven ver uit de buurt van dit imposante mannetje dat, volgens hen, alles en iedereen aanvalt. Zomaar. Omdat hij daar zin in heeft.

Sasan Gir. India. Verblijfplaats van de laatste Aziatische leeuwen. Zoals ik al schreef zijn er nog ongeveer driehonderdzestig over en kan één epidemie het ras doen uitsterven. De kans daarop? Een voorbeeldje: Hitty wilde een paar jaar geleden graag naar het stadje Bhuj. Dat ligt ook in Gujarat. Het was een middeleeuws stadje met kleine straatjes in een middeleeuwse setting. Ik vertelde haar dat we echt geen tijd meer hadden om Bhuj te bezoeken, maar dat we er één van de volgende jaren zeker naartoe zouden moeten gaan. Een kwestie van plannen. Een paar maanden later werd Bhuj door een aardbeving volledig verwoest.

Ron Krancher

Copyright © Ronald E. Krancher (Scribent/Anthropologist/Sociologist of Non-Western Societies) Weesp 2007