De Akha van Noord-Thailand (Ban Saen Charoen)

In 1988 reisden we bijna een jaar lang door Thailand, Maleisië en Indonesië. Tijdens die reis kwamen we onder andere terecht in Chiang Mai, een stad in de ‘Gouden Driehoek’, waar ik als antropoloog & niet-westers socioloog door Leo Alting von Geusau (Den Haag 1925 – Chiang Mai 2002), een Nederlandse jonkheer, ex-priester, antropoloog en Akha-expert, werd uitgenodigd om opnamen te maken in Ban Saen Charoen, het geboortedorp van zijn echtgenote Deuleu.

Leo Alting von Geusau en Ron Krancher

Voorbespreking: Leo Alting von Geusau en Ron Krancher (Chiang Mai 1988)

De volgende dag vertrokken we, samengepropt in de open laadbak van een Toyota, met Deuleu’s vader (het dorpshoofd) en enkele andere Akha mannen naar Ban Saen Charoen. Het was een lange vermoeiende rit waarbij we regelmatig gehuld waren in wolken rode stof, opgeworpen door het droge rode zand dat het gebied kenmerkt. De rit voerde ons langs enkele dorpjes waar we voor een moment pauzeerden om onze stijve benen en onderruggen te strekken. In de districtsplaats Mae Suai foerageerden we rijst, vlees en groente, als bijdrage in het onderhoud en trokken vanuit daar verder de bergen in voor het laatste traject.

We arriveerden laat in de middag en werden hartelijk ontvangen door de rest van Deuleu’s familie. Een slaapplaats was al ingericht en een meegereisde sociaal werker (een Akha afkomstig uit het dorp) introduceerde ons bij enkele gezinnen. Zijn aanwezigheid was belangrijk want hij was de enige in Ban Saen Charoen die Engels sprak en ons die eerste dag op weg kon helpen. De rest van de week waren we op ons zelf aangewezen en gelukkig ging ons dat goed af. Met handen- en voetenwerk kwamen we er altijd weer uit en een glimlach deed de rest.

Wat betreft het dagelijks leven kon ik bijna alles filmen, maar bij de hoger gelegen papavervelden moest de camera uit omdat we een groepje gokkende mannen betrapten die, zo leek het, behoorlijk dronken en high waren. Volgens onze begeleider kwamen de mannen uit een hoger gelegen dorp en bezaten ze meerdere papavervelden. Het is begrijpelijk dat het groepje niet wilde dat ik hen en hun cocaïneteelt in beeld bracht, en dat lieten ze ons ook duidelijk weten.  De boze blikken en de geweren vormden voor ons voldoende aansporing om rechtsomkeert te maken, waarna het gevaar al snel weer was geweken.

Het verblijf bij de Akha heeft een onuitwisbare indruk op ons gemaakt. Ondanks hun penibele situatie en donkere toekomst hebben de bewoners van Ban Saen Charoen ons met open armen ontvangen en een kijkje gegund in hun dagelijks leven. Het beeld- en geluidsmateriaal uit 1988 heb ik opnieuw gemonteerd en verwerkt tot een tijdsbeeld van circa 30 minuten. Behalve de film bevat de website ook een fragment van een Akha lied dat tijdens het buitenspelen door enkele meisjes spontaan werd ingezet. De film – ‘De Akha van Noord-Thailand 1988’ – biedt wetenschappers de mogelijkheid om het dorpsleven in Ban Saen Charoen zoals ik het in 1988 heb vastgelegd, te vergelijken met de situatie van vandaag de dag.

Ron Krancher  (juni 2020)