Selamat pagi

We zitten in Jakarta, bij Eddy en Nanny. Het is half vijf en ik ben al wakker. De vorige dag voelde ik me grieperig en ik ben met twee paracetamolletjes naar bed gegaan. Maar op een gegeven moment ben je, hoe ziek ook, uitgeslapen. Wat doe je als je om half vier ‘s ochtends wakker wordt? Je gaat eerst liggen wachten totdat het half vijf is en dan stap je toch echt je bed uit. Tot die tijd, in bed wachtend op een hernieuwde slaapaanval, worden mijn hersens opgestart en produceert mijn overactieve geest onder andere het volgende: Ed en Nan hebben bedienden...

Continue reading...

De Fanfare (2/2)

(vervolg) Het was een net zo schokkend moment als dat met de jongen in Calcutta, die spiernaakt en broodmager, tussen het voortrazende verkeer door naar het midden van de weg liep, om daar, de door iemand verloren en door het verkeer gedeeltelijk plat gereden rijst van de weg te schrapen. Het leek alsof het hem niets uitmaakte dat hij doodgereden kon worden. Misschien had de honger hem al verdoofd. Misschien vond hij de dood minder zwaar dan het leven, net zoals de stervende man in New Delhi, die we eerder  tijdens de reis hadden zien liggen. Natuurlijk wordt je in India...

Continue reading...

Hiiiiiih, hah!

“Hiiiiiih, hah!” gilde de ‘bushanger’ toen we hem passeerden. Z’n hand miste op een haar na het hoofd van de fietser. We konden in het voorbij gaan nog net z’n blonde haar met daaronder een rood aangelopen kop zien. Rood aangelopen door het bergop trappen. Gemarteld door de brandende zon. “Hiiiiiih, hah!” gilde de ‘bushanger’ en de mensen lachten. Ze lachten de fietser uit die eenzaam, onder de brandende zon, z’n weg zocht en in een enorme stofwolk door ons werd achtergelaten; bijna van z’n fiets geslagen door de ‘bushanger’, die al de kaartjes al geknipt had en zich nog...

Continue reading...

El Soro… Numero Uno! (2/2)

(vervolg) Vanuit Roncesvalles trokken we altijd op de bonnefooi verder door Spanje. Op één van die zwerftochten kwamen we terecht in La Linea, vlakbij Gibraltar. En daar maakten we kennis met Vicente Ruiz, oftewel El Soro. Van beroep matador. Ik hoor nu velen gadverdamme roepen en ik begrijp de kritiek op dit wrede schouwspel, maar voor een antropoloog is het ook een intrigerend fenomeen. Ik ben nu eenmaal nieuwsgierig. Ik wil weten. Zo bezochten we in Granada niet alleen het Alhambra, maar ook de kathedraal waar Ferdinand en Isabella, Johanna en Filips en zoals we lang hebben gedacht ook de...

Continue reading...