. . 27 februari 1942 DE SLAG IN DE JAVAZEE (voor mijn vader: Jan François Krancher) Vijfenzeventig jaar geleden diende mijn vader op de torpedobootjager Hr.Ms. Kortenaer, welke was toegevoegd aan de Combined Striking Force; het eskader dat was samengesteld om de Japanse opmars richting Java te stuiten. Direct vanaf het begin was het duidelijk dat de geallieerde vloot weinig kans zou maken tegen de Japanse overmacht en, naar later bleek, verrast werd door het bestaan van een nieuw dodelijk Japans precisiewapen, de lange-afstand-torpedo. Dit nieuwe type torpedo had een bereik van veertig kilometer (twintig kilometer verder reikend dan...
Continue reading...Benidorm
Is het waar of is het een mythe? Loopt hier alleen maar oud vel rond ondersteund door looprekjes en rollators of rondtoerend in scootmobiels, of is dat een beeld dat door de jaren heen is opgeroepen door jaloerse lieden die nog niet aan hun pensioen toe zijn en balen dat, in hun ogen, de straten gedomineerd worden door ultra-senioren in fel gekleurde te korte bloemetjes jurkjes en te strakke of juist veel te ruim zittende sportbroekjes? Zittend aan ons tafeltje, op een terras aan de rand van het brede strand van Poniente, luisterden we naar het gezang van een aantal...
Continue reading...De Stippen
Het is alweer een aantal jaren geleden dat Hitty en ik, samen met ‘miti miti’ Rawan en de hond Rataplan, een tocht maakten door de woestijn in Rajastan. We waren vanuit Jaisalmer vertrokken en de tocht zou vier dagen duren (zie ook: Rataplan p.211 in Krancher dot Com; gebundelde columns). Het werden vier geweldige dagen, waarin we leerden hoe we de dromedarissen moesten zadelen, berijden, afzadelen en kluisteren, en de onvergetelijke ervaring hadden om op de rug van zo’n dier in volle vaart door de woestijn te galopperen, wat een heel andere ervaring is dan een volle galop op een...
Continue reading...Op de markt in SoE
Het zijn vaak niet zulke grote ongemakken die we tijdens het reizen ondervinden en ze zijn doorgaans ook eenvoudig op te lossen. In SoE, een mini-stadje dat pakweg op honderd kilometer afstand ligt van Kupang, de hoofdstad van West-Timor hadden we zo’n ongemak. We zaten daar in een verrassend goed hotel dat, zo leek het, groter was dan het stadje. Het hotel ademde de sfeer van Tempo Dulu, het Nederlands-Indië van mijn ouders en grootouders. In de lobby en in het restaurant klonk uit de speakers “Droog je tranen maar nona manis”, “Koleh koleh” en de rest van het spectrum...
Continue reading...Nat(uur)
Het is nat. Zelfs natter dan dat. Ik heb net een foto gemaakt van een perfect ronde knoert van een paddenstoel. Een witte of eigenlijk een gebroken witte. Het was best wel een mooie dag. Het was in ieder geval even droog. We wandelden met Fleur over de heide om de hoek bij haar school en luisterden naar de muziek die uit haar beer kwam. Er scheen zelfs een flauw zonnetje, weliswaar met in de verte een langzaam naderende bui, van het formaat dat vaak op buienradar wordt gebruikt om er een langzaam naderende bui mee aan te geven. Fleur...
Continue reading...