De Herder

De kudde werd geleid door de herder. Hij leidde ze naar grazige weiden en zorgde er voor dat ze weer heelhuids thuiskwamen. Hij nam ze onder zijn hoede. Bij hem waren ze veilig. Hij hield vol trouwe de wacht en hoorde engelen zingen.

We zijn graag op Bali. Ondanks dat het strand in februari en begin maart wel eens extra vies kan zijn omdat de landinwaarts waaiende wind de via de riolen in zee gestroomde troep (meestal plastic zakken en ook wat andere vage dingen waarvan we de oorsprong niet willen kennen) weer terug voert naar de stranden. We zijn zo wie zo niet zo dol op het de zee ingaan op Bali. Ik ben er een keer in een ogenschijnlijk kalme zee bijna met Aïsha verdronken en dus hoeft het voor ons niet meer zo nodig. De tenen nat is ruim voldoende. Een af en toe opspattende golf die de kniebroek verrast is ook niet erg, zolang je maar geen kostbaarheden, anders dan een rolletje roepia’s, in je zakken hebt. Bali is niets doen. Bali is achteruit leunen op een ligbed, een wandeling maken langs het strand en af en toe een duik in het zwembad. Dat laatste gaat niet meer samen met mijn sporthorloge gebeuren. In het hotel in Pasoeroean (Oost-Java) sprong ik met mijn in Singapore verworven sporthorloge in het zwembad. Het wel acht euro kostende uurwerk was gegarandeerd tot dertig meter diepte. Nou, hij redde nog geen dertig centimeter. Het ziet er wel erg leuk uit zo’n zich door een klokje bewegende golf, maar dat prachtig stukje klotsende moderne kunst legde wel het uurwerk stil. Om kwart over vier ‘s middags. Mijn nieuwe batterij kende een kortstondig leven en het sporthorloge maakte geen enkel sportief hoogtepunt mee. Zelfs geen duik van grote hoogte naar grote diepte. Ik sprong er mee in het zwembad en dreef trappelend met de benen op mijn rug naar de overkant. Daar stond het uurwerk stil. Hoe snel kan je stukgaan? Ik had niet verwacht dat het ding tot dertig meter diepte weerstand zou bieden tegen de druk van buitenaf, maar laten we eerlijk wezen; dertig centimeter?

Slap lullen over je falende sporthorloge alsof je op deze leeftijd nog o zo sportief bent is leuk, maar er zijn natuurlijk belangrijkere zaken dan dat. De kop van de column luidt ‘De Herder’. Die kop is natuurlijk niet voor niets gekozen. We zitten hier op een plek waar we graag zijn en dat net van eigenaar is verwisseld. De hele boel gaat hier plat en het is maar de vraag hoe het er na de verbouwing uit ziet. Is het hier dan nog ‘senang’ (prettig). Horen we dan nog: “Hallo, zijn jullie er weer?”

De nieuwe eigenaar komt uit Jakarta en het is hier bekend dat een eigenaar uit Jakarta geen enkele binding heeft met Bali, maar slechts een binding heeft met zijn bankrekening. Ook al is het een Christelijke half-Chinees, dan nog denkt men niet (ook al is er hoop) dat de man betrokken is bij het wel en wee van de werknemers van Astapa Indah. Bij een Javaan kon men het trouwens meteen al schudden, wist men mij te melden. Deze half-Chinees daarentegen, is al een paar keer in ‘gesprek’ geweest met het personeel, maar zorgde niet voor het zo gewenste ‘senang’ gevoel. Tijdens de ‘gesprekken’ luisterde hij vooral en zweeg. Men vraagt zich hier af welk gedeelte van hem zweeg. Het Javaanse deel? Dat is niet goed! Het Chinese deel? Dat kan van alles betekenen en dus ook dat het positief kan zijn.

De vorige eigenaar zorgde tenminste voor duidelijkheid. De vorige eigenaar is de Balinees Protestantse bisschop. Zeg maar de BPB. Het is een soort Heintje Davids. Wie? Heintje Davids was een variétéartieste die keer op keer afscheid nam. Ze vond haar werk zo leuk dat ze steeds weer terugkwam als artiest. Heintje mocht dat. Verdiende dat ook. De vorige eigenaar is drie keer de bisschop van Bali geweest. Iedere keer wanneer hij er de brui aan gaf besloot hij er toch maar weer een aantal jaartjes aan te plakken. Waarom? Ik denk hebzucht! Hij is nu tachtig jaar oud en heeft besloten om het hotel voor dertig jaar te verhuren aan de Christelijke half-Chinees uit Jakarta. De bisschop heeft vele jaren lang het hotel in bezit gehad en heeft na de verkoop een huis met acht kamers laten bouwen. De opbrengst van de ’30 jarige lease’ is voor zijn vrouw en kinderen en na dertig jaar is het hotel ook weer verouderd en krijgt hij het voor 5% van de dan geldende boekwaarde in handen. Nou ja, zijn kleinkinderen dan.

Hijzelf heeft meer dan genoeg verdiend al die jaren. Er lopen hier mensen rond die al vanaf de opening van dit hotel bij hem werkten en dan te bedenken dat het hotel is gebouwd toen Jalan Legian nog grotendeels een zandweg was. Die mensen hebben geen idee wat hen nu te wachten staat. Zijn kudde blijft in verwarring achter. Ze hebben toch keurig zijn uitgestippelde weg naar een veilige toekomst gevolgd? Ze namen genoegen met 650.000 roepia per maand. Dat is zesenvijftig euro en tweeënvijftig cent. Dat hadden ze over voor de zekerheid die hij hen bood. In andere hotels verdient men al gauw 850.000 tot 950.000 roepia per maand. Ook geen vetpot, maar wel ruim dertig euro meer. De herder betaalde zijn kudde beduidend minder. 650.000 Roepia per maand is zo ongeveer 27.000 roepia per dag (men werkt zes dagen per week). Mijn grote bier Bintang kost tegenwoordig in dit hotel 32.400 roepia. Ik heb er net twee afgerekend.

Onder de hoede van de Balinees Protestantese Bisschop voelde men zich veilig en nam men genoegen met minder salaris. Veel minder salaris. En plotseling, als een donderslag bij heldere hemel, verkocht de herder het hele boeltje en woont nu in een prachtig groot bij zijn statuur passend huis, met uitzicht over de sawa’s. Iedere avond voor het slapen gaan trekt hij de grote geldkist onder zijn bed vandaan en telt onder het genot van een heerlijke bisschopswijn zijn dollars. Nee, geen roepia’s. Hij is toch niet gek. Elk half jaar komen er weer dollars bij, want de bisschop is wel zo slim geweest om zijn hotelschool te behouden. De wekelijkse opbrengst van de kerkcollecte loopt terug en elk half jaar een nieuwe groep betalende leerlingen zorgt ervoor dat zijn kist gevuld blijft. Nadat hij de geldkist weer onder zijn bed heeft geschoven, denkt de bisschop na over de poets die hij zijn kudde heeft gebakken en valt gierend van de lach in slaap.

Ron Krancher

Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Writer/Anthropologist/Non-Western Sociologist) Bali, 25 February 2012.