Prijsvechter

Lekker vliegen hier in Azië. Er zijn genoeg prijsvechters, om uit te kunnen kiezen. Behalve met Air Asia en Lion Air vlogen we ook al met Sempati, Boeraq en Merpati. Deze laatste stuntte ook als laatste. Vorige week nog. Maar laten we niet op de zaken vooruit lopen. Laten we onze aandacht even houden bij de dag van vandaag. We vlogen met Lion Air vanuit Singapore naar Soerabaya. Eigenlijk hadden we een vlucht van Singapore naar Makassar via Soerabaya, maar omdat de natte moesson extra lang is dit jaar en ook extra nat, besloten we om in Soerabaya uit te stappen. Ook daar is het extra nat, maar nu konden we ons in ieder geval nog nuttig maken voor deel twee van ‘Dari Mana?’. Ish had weer de nodige vondsten gedaan en uiteraard zijn Hitty en ik dan niet te beroerd om het één en ander te verifiëren. Makam Peneleh is één van de doelen en het kan de komende dagen alles worden of niets. We zullen zien.

In tegenstelling tot de gerenommeerde vliegmaatschappijen vliegen de prijsvechters redelijk volgens schema. Ook Lion Air stond al brullend op ons te wachten. Alhoewel? We vlogen in een Boeiing 737, dus het leek meer op spinnen dan op brullen, maar in ieder geval vertrok hij keurig op tijd. De rolverdeling is zoals het in elk Indonesisch vliegtuig is: Een Indonesische ”captain’ en een Westerse ‘first officer’. Ik heb al heel wat vluchten achter de rug, maar ik heb nog nooit een landing met zo’n hoge snelheid zien uitvoeren, om maar niet te spreken over de klap waarmee de piloot het landingsgestel testte. Laat je ze een keer vliegen en dan verknallen ze het. Volgende keer maar weer aan de ‘first officer’ overlaten s.v.p., die weet tenminste dat er ‘flaps’ op zo’n ding zitten. Eigenlijk begon het al bij de veiligheidsinstructies. Het cabinepersoneel ging in het gangpad staan en maakte aan de passagiers duidelijk dat ze er eigenlijk helemaal geen zin in hadden. Met een blik van “…jullie zijn toch niet werkelijk geïnteresseerd in wat we jullie te vertellen hebben” demonstreerden ze. Met een korte blik naar links- en rechtsboven en een vage handbeweging voor de show, wezen ze de passagiers de plek aan waar in tijden van ademnood de maskers waarschijnlijk uit het plafond vallen. Het gele ding, hier rechts onder de lege stoel, is een zwemvest en hier (weer die vage beweging met de hand) en daar, zijn de nooduitgangen. “O ja, daarachter zijn er ook een paar.” Omdat wij bij een nooduitgang zaten had een lid van het cabinepersoneel (die met dat korte rokje en de ronde billen) ons al geïnstrueerd hoe te handelen na de vrije val van 8000 meter. We beloofden om haar instructies dan ook naar vermogen uit te voeren. Alhoewel we denk ik meer kans maken met het al op 1500 meter openen van de deur; satu, dua, tiga te tellen, de deur naar buiten te duwen en hem als parachute boven ons hoofd te gebruiken. De klap bij het neerkomen is even hard, maar je hebt in ieder geval onderweg nog iets te zien gekregen. Met een beetje geluk land je zelfs heelhuids in zee, maar weer met wat pech vlak bij het bord met de waarschuwing: AWAS IKAN HIU (pas op: Haaien). Het was duidelijk dat het cabinepersoneel, behalve uiteraard het meisje met het korte rokje en de ronde billen, er duidelijk geen zin in had. Het was nog lang niet ‘de Dag van de Arbeid’ en toch leek het alsof ze al een vrije dag hadden opgenomen.

Het was gelukkig niet nodig om hun vakkundigheid te testen. Behalve de verdomd hoge landingssnelheid en de klap bij het neerkomen, waarbij zelfs mijn wandelende nier even stilstond, verliep de vlucht vlekkeloos. De vlucht verliep in ieder geval veel beter dan eentje van Merpati, van een week geleden. Voor in de cabine ontstond in het vliegtuig een hevige rookontwikkeling. Gelukkig stond het toestel nog aan de grond en bleef de schade beperkt tot wat verbrandde draden en gedeukte ego’s. Voordat men adoeh (kreet van verbazing) kon roepen, was al het cabinepersoneel de deur uitgerend, daarbij de passagiers in verbazing en in de rook achterlatend. De prijsvechters zijn inderdaad veel goedkoper dan de grote maatschappijen, maar ik hoop dat het bezuinigen op fatsoenlijk personeel de enige bezuiniging is om goedkope tickets te kunnen verkopen. En ja, wat die huppelkutjes van Merpati betreft zie ik het zo voor me. Staan ze allemaal buiten met grote ogen en met de hand voor de mond naar het rokende vliegtuig te kijken, totdat ze bij de tekst ‘this is your captain speaking’ beseffen dat ze iets vergeten zijn. “Adoeh (weer die kreet van verbazing) onze tassen liggen nog binnen!”

Ron Krancher

Copyright © Ronald E. Krancher (Scribent/Writer/Anthropologist/Non-Western Sociologist) Soerabaya, February 8, 2012.