Tortelduifjes

We liepen vandaag al vroeg over het strand. Om zeven uur stonden we op en na de bami goreng dengan telor mata sapi (bami met een spiegelei) als ontbijt, vertrokken we voor onze strandwandeling. Het was nog redelijk koel op het strand. Dat was ook de reden waarom we zo vroeg waren vertrokken. Gisteren hadden we maar weinig puf om te gaan lopen. Het was later op de dag veel te warm geworden om nog het strand op te gaan. Althans voor een wandeling. Gisteren besloten we dus amechtig aan het zwembad te gaan liggen en af en toe een verkoelende duik te nemen. Maar vandaag deden we het dus anders.

We liepen na het ontbijt helemaal tot aan het hek van het vliegveld, keken daar tijdens het uitrusten in de schaduw van een boom naar de aankomende en vertrekkende vliegtuigen en liepen daarna weer over het strand terug naar Jalan Benisari. Via Jalan Benisari wandelden we toen weer terug naar ons gezellige kleine hotel aan de Jalan Legian. Tijdens de strandwandeling zag Hitty in het zand een klein visje spartelen. De stakker was door een golf op het strand geworpen en daar in de hete zon achtergelaten. Trots keek ik toe hoe ze het visje weer terug in zee bracht. Bijna gelijktijdig met deze dappere reddingsactie zag ik op het strand een zonnebril met één poot. Zielig hè!

Het is nu ongeveer elf uur. Na zoveel avonturen is het goed rusten. En dat doen we natuurlijk weer op een ligbed aan het zwembad. In de schaduw uiteraard. Achter me kraait al een tijdje een haan. Voor me zie ik twee tortelduifjes. Ze lijken al een tijdje elkaar het hof te hebben gemaakt. “Opschieten luitjes,” dacht ik vanaf m’n nog koele schaduwplek. “Nu kan het nog, maar vanmiddag wordt het veel te warm om de liefde te gaan bedrijven.” Alsof hij me hoorde klom de doffer bovenop de duivin en samen bedreven ze voor mijn ogen gepassioneerd de liefde. Zoals alleen tortelduifjes dat kunnen.

Ron Krancher

Copyright © by Ronald E. Krancher (Scribent/Anthropologist/Sociologist of Non-Western Societies) Kuta, Bali. March 2010.