Familie

The Belly of the Beast

We reden door ‘Down Town’ Los Angeles; in een grote, zwarte, glimmende, verschrikkelijk dure Cadillac. Overal donkere mensen die in het duister van de invallende nacht op weg waren, of in lange rijen bij een uitgifte punt op een gratis maal stonden te wachten, of… in groepjes op de hoek van de straat stonden en met een schuin oog onze langsrijdende auto volgden. Ik voelde me er net zo op m’n gemak als in de duisternis van Amsterdam-Oost. Niet dus! Voordat we in ‘the Belly of the Beast’ terecht kwamen hadden we de dure wijken van Beverly Hills doorkruist en onder andere ‘The Walk of Fame’ dat...

Continue reading...

Oom Alex

Mijn oom Alex is dood. Z’n adem ging van zwaar naar licht en daarna naar niets. Hij werd zevenentachtig jaar. Net geen achtentachtig. Dat had een stuk mooier geklonken. Maar ja, oom Alex probeerde altijd alles net even anders te doen. Dus ook nu weer. Geen achtentachtig, maar zevenentachtig. Van zwaar naar licht naar niets. Mijn schoonvader ging ook op die manier van hier naar daar. Uit als een nachtkaars. Geen beweging meer waar te nemen. Wel een warm voorhoofd, waar je nog een kus op kon drukken, maar geen beweging meer in het lichaam. Ik kon oom Alex, na...

Continue reading...

Donnerwetter

Opa Sell haatte katten. Hij doodde ze ook. Hij doodde ze met één zwaai. Opa Sell had kanaries. Prachtige zangers. Waterslagers. Hij haatte katten. Ze wisten vaak de kooi binnen te dringen en de kanaries te verorberen. Daarom haatte hij ze. Althans, dat denk ik. Mijn opa Paul had ook kanaries, maar hij kon het niet aanzien dat opa Sell de katten doodde. Met één zwaai… pàts! En wanneer opa Paul tegen zijn schoonvader zei dat hij niet zo met katten moest omgaan, riep opa Sell: “Weg… weg jij! Donnerwetter!” Samen met oma Toeminah woonde opa Sell in een huis aan de Poerwakartaweg, in Batavia....

Continue reading...

You have mail, Sir!

Heerlijk relaxed was het om in de Havana Club te ontbijten. Nou ja, ontbijten. Meestal vielen we rond tien uur binnen. Onder het portret van Erneste Che Guevara nam ik dan m’n eerste kop koffie. Tegelijkertijd klapte ik de laptop open en ging m’n mailboxen af. Dat is het mooie van de Havana Club, het heeft free wireless internet. De eerste mail die me onder ogen kwam was die van Mars. Goed nieuws. Hij kon z’n nieuwe leven gaan starten. Ish was de volgende. Ze gingen een tweede richting aan het bedrijf toevoegen. Een nieuw avontuur. Nieuwe mogelijkheden. Heel spannend. Daarna Hendrik....

Continue reading...

Doe maar niet doodgaan

Met een kop vol snot stond ik in de keuken van het huis van Ed en Nan, in Jakarta. Rick van vier kwam naar me toe en zei: “Kom we gaan spelen.” Nasaal antwoordde ik hem: “Nee Rick. Ik voel me niet lekker.”  Rick keek me verbolgen aan en zei: “Maar je hebt het beloofd!” Nadat ik hem had uitgelegd dat ik inderdaad had beloofd met hem te zullen gaan spelen als hij weer terug zou zijn uit school, maar dat ik nu toch echt te ziek was om m’n woord te zullen houden, gaf hij me één van zijn smarties zodat ik...

Continue reading...