Indonesië

Nasir (2/2)

(vervolg) Nasir liep voor ons uit. Hij zou ons de weg wijzen naar de Theresiakerk. Op de Theresiaschool heeft m’n moeder nog les gehad van de nonnen. Ogenschijnlijk zonder op het verkeer te letten stak hij de straat over. Het verkeer remde voor hem af en reed vervolgens achter hem langs. Zo leerden we oversteken in Jakarta. Hij wees ons op een groot huis in koloniale stijl. Hij ‘vertelde’ ons dat hij daar had gewoond; samen met z’n moeder, die in dienst was van een grote roodharige, besnorde Hollander. “Een goede man,” gebaarde hij. “Hij was als een vader voor me.” Ik vroeg...

Continue reading...

Nasir (1/2)

De jongen gooide vlak voor Nasir een prop tegen de muur. Toen Nasir de jongen aankeek maakte die hem duidelijk dat hij een bepaald merk sigaretten nodig had. Hij gaf Nasir geld mee om voor hem de boodschap te doen. Nasir is de doofstomme boodschapper van de buurt. Zo houdt Nasir zich in leven. Of beter gezegd: Zo houdt de buurt Nasir in leven. Nasir is doofstom geboren en kan alleen maar één klank uitbrengen, namelijk: ‘má’! Als de mensen uit de buurt met Nasir ‘praten’, dan begeleiden ze hun handgebaren met de klanken: mámá… mámámámá… Má,…mámámá…, dezelfde klanken die Nasir...

Continue reading...

Het ‘tassenvrouwtje’

Over haar schouders en op haar rug droeg ze haar tassen. Grote, ronde tassen; bedrukt met bloemmotieven. Simpele tassen. Slechts een lange ritsluiting aan de bovenkant. Haar leeftijd is moeilijk te schatten. Zoals zoveel Aziaten kan ze net zo goed dertig als veertig jaar oud zijn. Ze loopt door de straten van Yogyakarta om haar tassen aan de man te brengen. Ze vraagt er niet veel voor. Toeristen die hun pas aangeschafte souvenirs niet meer in de koffers kwijt kunnen, kopen bij haar zo’n handige tas. Het is goede handel. Regelmatig kwamen we haar tegen. Ze heeft haar eigen wijk....

Continue reading...

Toeminah’s Kaliwiro

“Mijn moeder komt uit Wonosobo,” zei oma Em toen ik haar ernaar vroeg. “Dat ligt op midden-Java.” “Ik ken Wónósóbó,” antwoordde ik haar. “Ik ben met Hitty en Ish nog op het Dieng Plateau geweest.” “Néé, zo zeg je dat niet Ron,” corrigeerde ze me. “Het is Wònòsòbò. Met een ò. Midden-Javaans, tòch!” “Dus oma Toeminah komt uit Wonosobo, met een ò?” ” Ja, eh nee.” ” Eh…, eigenlijk woonde ze in Kaliwiro, een dorp in de buurt van Wonosobo.” Oma liet me opa’s stamboom-aantekeningen zien. Bij oma Toeminah stond als geboorteplaats Kaliwiro genoteerd. Vlak onder de namen van haar vader Tirtosemitro en haar moeder Païnen. We hadden...

Continue reading...

You have mail, Sir!

Heerlijk relaxed was het om in de Havana Club te ontbijten. Nou ja, ontbijten. Meestal vielen we rond tien uur binnen. Onder het portret van Erneste Che Guevara nam ik dan m’n eerste kop koffie. Tegelijkertijd klapte ik de laptop open en ging m’n mailboxen af. Dat is het mooie van de Havana Club, het heeft free wireless internet. De eerste mail die me onder ogen kwam was die van Mars. Goed nieuws. Hij kon z’n nieuwe leven gaan starten. Ish was de volgende. Ze gingen een tweede richting aan het bedrijf toevoegen. Een nieuw avontuur. Nieuwe mogelijkheden. Heel spannend. Daarna Hendrik....

Continue reading...