“Mijn moeder komt uit Wonosobo,” zei oma Em toen ik haar ernaar vroeg. “Dat ligt op midden-Java.” “Ik ken Wónósóbó,” antwoordde ik haar. “Ik ben met Hitty en Ish nog op het Dieng Plateau geweest.” “Néé, zo zeg je dat niet Ron,” corrigeerde ze me. “Het is Wònòsòbò. Met een ò. Midden-Javaans, tòch!” “Dus oma Toeminah komt uit Wonosobo, met een ò?” ” Ja, eh nee.” ” Eh…, eigenlijk woonde ze in Kaliwiro, een dorp in de buurt van Wonosobo.” Oma liet me opa’s stamboom-aantekeningen zien. Bij oma Toeminah stond als geboorteplaats Kaliwiro genoteerd. Vlak onder de namen van haar vader Tirtosemitro en haar moeder Païnen. We hadden...
Continue reading...Sell
Donnerwetter
Opa Sell haatte katten. Hij doodde ze ook. Hij doodde ze met één zwaai. Opa Sell had kanaries. Prachtige zangers. Waterslagers. Hij haatte katten. Ze wisten vaak de kooi binnen te dringen en de kanaries te verorberen. Daarom haatte hij ze. Althans, dat denk ik. Mijn opa Paul had ook kanaries, maar hij kon het niet aanzien dat opa Sell de katten doodde. Met één zwaai… pàts! En wanneer opa Paul tegen zijn schoonvader zei dat hij niet zo met katten moest omgaan, riep opa Sell: “Weg… weg jij! Donnerwetter!” Samen met oma Toeminah woonde opa Sell in een huis aan de Poerwakartaweg, in Batavia....
Continue reading...